Vanaf 1 januari 2023 wordt de box 3-heffing berekend op basis van de werkelijke samenstelling van het vermogen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen banktegoeden (inclusief contant geld) met een (voorlopig) rendement van 0,36% en overige bezittingen met een rendement van 6,17%.

Voor een koper van een woning is daarom van groot fiscaal belang of een (in verband met een levering in 2023) vóór 1 januari 2023 op een derdenrekening van een notaris gestort bedrag als een banktegoed/geldbedrag of als een vordering kwalificeert.

De Belastingdienst heeft te kennen gegeven dat dit bedrag als een vordering moet worden aangemerkt. Het gevolg daarvan is dat voor de box 3-heffing 2023 een vóór 1 januari 2023 op een derdenrekening gestort bedrag een rendement krijgt toegerekend van 6,17%. Zou de storting pas op of na 1 januari 2023 plaatsvinden dan bedraagt het toegerekende rendement slechts (voorlopig) 0,36%. Dit grote verschil kan er toe leiden dat kopers stortingen op derdenrekeningen niet meer dit jaar willen doen. Om dezelfde reden hebben verkopers die in verband met een levering eind december 2022 van de notaris de koopsom uitbetaald moeten krijgen, er een groot fiscaal belang bij dat dit vóór 1 januari 2023 gebeurt en niet pas begin januari 2023. Zij beschikken dan op 1 januari 2023 over het geld op een bankrekening en niet over een vordering op de notaris. 

 

Bron: via Juridica